Als mens probeer ik mijn waarden te volgen. Net als iedere cliënt floreer ik het best naarmate ik dichter bij mezelf, mijn waarden blijf. De basis van die waarden blijft staan, de inhoud ontwikkelt zich. Zo zijn voor mij alle stappen in mijn loopbaan logische stappen. Ze zijn genomen op grond van de situatie van dat moment en mijn ontwikkeling op de basis van de waarde die nu de naam heeft gekregen van rentmeesterschap. Hierover straks meer.
Naast dat ik verpleegkundige en psycholoog ben, ben ik een half jaar terug gestart met een opleiding ecologisch hovenier. Voor mij een belangrijke stap naar meer handen en voeten geven aan zorg voor mensen, zorg voor natuur. En dit samen op laten gaan.
Voor mij heeft het begrip ecologie alles te maken met een voor mij belangrijke waarde: namelijk rentmeesterschap. Dit is een term die ik ken uit de christelijke traditie en de islam. Ik heb geen betere kunnen vinden.
In mijn onderzoekje onder bekenden over wat het begrip rentmeesterschap oproept kom ik verschillende reacties tegen. Er waren mensen die de associatie hadden met beheren en onderschikken en er vooral economisch (op korte termijn) op vooruitgaan. Dat is niet wat ik bedoel als ik het over rentmeesterschap heb.
Wat ik wél bedoel is het nemen van mijn verantwoording voor mijn deel van de invloed op de zorg voor de aarde. Ik mag gebruik maken van de aarde en haar bronnen én moet er zorg voor dragen dat die aarde en alles wat erop leeft ook ná mij kan blijven leven. Dat onze nalatenschap beter mag zijn dan wat het nu is. Een goede voorouder zijn.
Daarvoor is meer begrip nodig van ecologie. Hoe kunnen we optimaal leven in én met de natuur? We zijn natuur, we kunnen ons er niet buiten plaatsen. We hebben lucht, water en voedsel nodig. Hoe kunnen we gebruik maken van de natuur terwijl we ook die natuur ondersteunen en beschermen?
Wat heeft nu ACT met ecologie te maken. Ik kan daarin alleen voor mezelf spreken. En misschien wel voor heel veel mensen die actief bezig zijn met het milieu en het klimaat. Voor wie dat een zorg is. Voor mensen die vinden dat we de aarde lenen van de generaties ná ons. Mensen van nu, die vinden dat we deze aarde moeten beschermen. (Naar ik hoop: )niet krampachtig of angstig, wel vol verwondering, hoop en daadkracht.
In de natuur herstellen. De natuur herstellen. Dat is wat ACT ën de natuur en ecologie met elkaar verbindt.
De natuur, veel onderzoeken geven aan dat zijn in de natuur, in het groen, een helende werking heeft. Andere onderzoeken geven aan dat meedoen, ergens bij horen, een bijdrage leveren de gezondheid bevorderd.
Iedere therapie en coaching is ook mogelijk in de natuur. Dat geldt ook voor ACT. De natuur is één grote bron van metaforen. Van zorg voor wat van waarde is, voor ruimte maken voor wat belangrijk is, van gras wat niet harder gaat groeien door er aan te trekken. Van koeienpaadjes in het duin, die daar ontstaan doordat de Schotse hooglanders daar achter elkaar hetzelfde pad nemen. En hoe die weer overgroeit raken als ze een ander pad kiezen.
In een tuin kun je leren over snoeien (van takken, of in je leven) zodat er licht valt op wat je wilt bewaren.
Over dat je wél invloed op het goed voorbereiden van de grond, over de keuze van een passende plant op díe plek, maar of het zaad opkomt of de stek gaat groeien moet je loslaten.
Daarbij helpt ACT mij om mijn waarde te verhelderen. In dit geval rentmeesterschap. En vooral om daar ACTief werk van te maken. Om niet te verzanden in ofwel bagatelliseren, ofwel in mezelf overstuur maken in hopeloosheid. Zoals altijd bij ACT is voor mij zelfcompassie een heel belangrijk onderdeel van de ACT. Ik kan het niet alleen. Ik kan de wereld niet redden. Ik kan wél een kleine bijdrage leveren. Aan mensen deel laten nemen aan de wereld. Hen helpen hun waarden te ontdekken én er werk van te maken. Hierin hen ondersteunen hun waardigheid te hervinden waar die weggezakt was. Dit is wat ik zie gebeuren als mensen in de natuur, tuinen of zorgboerderijen worden begeleid. Handen en voeten en harten in ACTie.
Over de zorgen en angsten die mensen kunnen verlammen, en hoe daar mensen uit te helpen, hoop ik in een volgende bijdrage iets te vertellen over de Klimaatpsychologen.
Marian van ’t Klooster